De ervaren ADHD-behandelaar weet wel dat hij (of zij) rekening moet houden met stemmingspathologie bij zijn patiënten, maar het verband met bipolaire stoornis blijft toch wat onduidelijk. De literatuur maakt bij herhaling melding van een hoge prevalentie van ADHD onder bipolaire patiënten. Omgekeerd wordt de bipolaire stoornis ook vaker gezien bij ADHD-patiënten, maar de cijfers in de literatuur lopen flink uiteen, met hele hoge en lage prevalenties, en dat heeft dan weer met de gebruikte definities van de twee stoornissen te maken. Bovendien is het begrip bipolaire stoornis ook aan het verschuiven: onderzoekers spreken nu van Bipolaire Spectrum Stoornissen (BSS), met de bipolaire I stoornis als meest ernstige representant van dit spectrum.
Gaat dit Noorse onderzoek hierin meer duidelijkheid brengen? Ja en neen. Voor dit onderzoek is dankbaar gebruik gemaakt van het nationale register van ADHD-patiënten (i.v.m. de psychostimulantiawetgeving) om patiënten te recruteren. Ter vergelijking werd een in leeftijd en geslacht vergelijkbare groep (417 deelnemers) gerecruteerd uit de algemene bevolking. De diagnose ADHD was dus bij alle 510 deelnemende ADHD-patiënten al uitgebreid gedocumenteerd, de Adult ADHD Self-Report Scale (ASRS) werd als maat voor de ernst van de stoornis gebruikt. Zowel de patientengroep als de controles vulden de Mood Disorder Questionnaire (MDQ) in; deze wordt gebruikt om hypomane symptomatologie op te sporen. Om de betrouwbaarheid van de methodiek te beoordelen werden 50 patiënten uitgekozen voor meer uitgebreid onderzoek dmv een psychiatrisch interview.
De MDQ is nu net erg geschikt om BSS-patiënten op te sporen. Wanneer het gebruikelijke afkappunt van de MDQ gebruikt werd, bleek 50.6% van de patiëntengroep positief te scoren, tegenover 8.3% van de controlegroep. Er bleek een sterke correlatie te bestaan tussen ADHD-symptomatologie en bipolaire symptomatologie: hoe ernstiger de ADHD, hoe meer stemmingspathologie. Vergeleken met de controlegroep hadden ADHD-patiënten een vijf maal hoger risico op een positieve screening met de MDQ. De patiëntengroep bleek met de MDQ in twee groepen te verdelen: één kleinere groep met “zuivere” ADHD en een grotere groep met veel stemmingspathologie. Deze laatste groep bleek het gemiddeld minder goed te doen, met meer hyperactieve en impulsieve symptomatologie, een lager gemiddeld niveau van opleiding en meer verslavingsproblemen. In de patiëntengroep was alcohol- of middelenmisbruik de beste voorspeller van een positieve MDQ screening.
Even niet uit het oog verliezen dat deze bevindingen gebaseerd zijn op het vergelijken van twee screeningsinstrumenten. De voornaamste conclusies werden evenwel bevestigd door de bevindingen bij de groep van 50 patiënten die nauwkeuriger werd onderzocht: 16 patiënten (32%) bleken te voldoen aan de criteria van een Bipolaire Spectrum Stoornis (4 bipolaire I stoornis, 9 bipolaire II stoornis, 3 bipolaire stoornis Niet Anders Omschreven) , dus inderdaad een niet onaanzienlijke groep.
Dit onderzoek bevestigt in ieder geval de complexe verwevenheid van ADHD met bipolaire stemmingspathologie, en benadrukt de negatieve invloed van deze problematiek op de prognose van ADHD en op het risico op verslaving. Het bewijst dat het voor de praktijk belangrijk is ook de stemmingspathologie van ADHD-patiënten goed in kaart te brengen en in de behandeling mee te nemen. Om het verband volledig opgehelderd te krijgen zullen we verder (genetisch) onderzoek moeten afwachten.
Literatuur
Halmøy A, Halleland H, Dramsdahl M, Bergsholm P, Fasmer OB, Haavik J. Department of Biomedicine, University of Bergen, Norway. Bipolar symptoms in adult attention-deficit/hyperactivity disorder: a cross-sectional study of 510 clinically diagnosed patients and 417 population-based controls. Journal of Clinical Psychiatry. 2010 Jan;71(1):48-57.
Zoals u ongetwijfeld weet is een Nederlandse versie van de Mood Disorders Questionnaire is te vinden op de website van het Tijdschrift voor Psychiatrie, of bij het Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen.