Skip to main content

Ook voor de psychiater, die volwassenen met ADHD behandelt, is een onderzoek naar de voorspellende waarde van psychiatrische diagnoses op kinderleeftijd wel interessant. Deze kennis helpt ons de ontwikkelingslijnen, waarvan we bij onze patiënten het “eindstadium” zien, te ontwarren en te verklaren. Het hier vermelde onderzoek is uitgevoerd bij een groep van oorspronkelijk 140 witte jongens met ADHD, die gemiddeld vanaf hun 10de door de Biederman-groep 10 jaar lang zijn gevolgd, en steeds keurig werden vergeleken met een aangepaste controlegroep.

In dit artikel wordt gekeken naar de verdere ontwikkeling van comorbide gedragsproblematiek bij deze kinderen, met name de Oppositioneel-Opstandige Gedragsstoornis (ODD) en de Gedragsstoornis (Conduct Disorder, CD). Bij de follow-up na 4 jaar werden op basis hiervan 4 groepen gevormd: controles (n =89), enkel ADHD (n= 28), ADHD met ODD (n=52), en ADHD met ODD en CD (n=30). De resultaten van de evaluatie 6 jaar later wordt hier besproken. De groepen zijn klein, maar de trends zijn wel duidelijk.

Antisociale gedragsproblematiek werd nauwelijks geregistreerd in de groep jongeren met enkel ADHD. Het is vooral de groep met CD die een verhoogd risico op antisociaal gedrag en psychiatrische comorbiditeit (verslaving, bipolaire stoornis) laat zien. Dit betekent dat de meer negatieve ontwikkelingen bij jongeren met ADHD en ODD vooral voorkomen bij die jongeren die daarnaast ook CD hebben. Niet echt verrassend is daarbij dat net in deze laatste groep de meer ernstige ODD gevonden wordt. In deze groep (ADHD + ODD +CD) persisteert de ODD ook vaker dan in de groep met ADHD en ODD (36% vs. 16%). Het persisteren van ODD lijkt dus gekoppeld aan de ernst van de symptomatologie.

Slechts een minderheid van de jongeren met ADHD en ODD ontwikkelt later ook een CD: dit pleit tegen het theoretisch concept dat ODD een precursor van CD zou zijn. ODD blijkt dus in dit onderzoek veel minder te persisteren dan eerder gemeld. Toch blijkt de aanwezigheid van ODD ook gekoppeld te zijn aan het optreden van depressieve episoden. Dit sluit aan bij eerder onderzoek (Harpold, 2007), waaruit bleek dat 30% van volwassenen met ADHD, die in hun jeugd ODD hadden gehad, ook nog steeds ODD-kenmerken op volwassen leeftijd vertoonden, en dat de aanwezigheid van ODD op kinderleeftijd meer psychiatrische problematiek op volwassen leeftijd voorspelde.

Wat mogen we hiermee concluderen? Dit onderzoek bevestigt opnieuw de goede prognose van enkelvoudige ADHD: de voornaamste comorbiditeit op volwassen leeftijd wordt al voorspeld door de combinatie met gedragsproblematiek in de jeugd. Het is dus zeker de moeite waard om bij volwassenen met ADHD, die forse comorbiditeit vertonen, na te gaan of hiervan op kinderleeftijd al voorlopers te vinden waren. Omgekeerd zijn het vooral deze jongeren die extra aandacht en behandeling verdienen.

 

 

Literatuur

  1. Biederman J, Petty CR, Dolan C, Hughes S, Mick E, Monuteaux MC, Faraone SV.

The long-term longitudinal course of oppositional defiant disorder and conduct disorder in ADHD boys: findings from a controlled 10-year prospective longitudinal follow-up study.

Psychol Med. 2008 Jul;38(7):1027-36.

 

  1. Harpold T, Biederman J, Gignac M, Hammerness P, Surman C, Potter A, Mick E.

Is oppositional defiant disorder a meaningful diagnosis in adults? Results from a large sample of adults with ADHD. J Nerv Ment Dis. 2007 Jul;195(7):601-5.

Pieter-Jan Carpentier

Pieter-Jan Carpentier

oud bestuurslid