Sommige studenten kunnen niet meer studeren zonder ADHD-pil
Bijna één op de twintig studenten gebruikte het afgelopen jaar ADHD-medicatie zonder recept van een arts. Daarmee denken ze beter te kunnen studeren en hogere cijfers te halen. Vaak krijgen ze die middelen van vrienden, familie of andere bekenden. Niet alle zorgverleners, onderwijs- en preventieprofessionals zijn bekend met dit oneigenlijk gebruik en de risico’s hiervan.
Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en het Trimbos-instituut. In het kader van het project ‘Gezonde Focus’ onderzochten zij – in opdracht van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) – wat de omvang en motieven zijn van oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie. Het gaat met name om methylfenidaat, (lis)dexamfetamine
en modafinil. Tijdens het project keken het IVM en Trimbos-instituut ook naar de rol van zorgverleners en onderwijs- en preventieprofessionals.
Naast methylfenidaat, bekend onder de merknamen Ritalin®, Concerta®, Equasym®, Kinecteen® en Medikinet®, zijn er ook andere middelen die studenten oneigenlijk gebruiken voor het
verhogen van de concentratie en verbetering van studieprestaties. De meest bekende van deze middelen zijn dexamfetamine en modafinil.
• Dexamfetamine (Tentin®) is, net als methyl- fenidaat, een stimulerend middel. Artsen kunnen dit middel voorschrijven bij de behandeling van ADHD. Het precieze werkingsmechanisme is
nog niet helemaal bekend. Men veronderstelt dat het de heropname van dopamine en noradrenaline remt. Dexamfetamine heeft een werkingsduur van 4 tot 8 uur. Bijwerkingen zijn onder andere een verminderde eetlust, slapeloosheid en nervositeit. Bij langdurig gebruik kan ook sprake zijn van een verminderde gewichtstoename en gewichtsafname. Het gebruik van dexamfetamine leidt daarnaast tot een verminderde reactiesnelheid of concentratie. De verwachte effecten van het oneigenlijk gebruik van dexamfetamine zijn een betere concentratie en een euforisch gevoel.
• Modafinil (Aspendos®, Modiodal®) is een middel met een stimulerend effect dat niet behoort tot de groep van de amfetaminen. Het middel wordt voorgeschreven bij narcolepsie. Het middel
heeft effect op de dopaminetransporter, maar het precieze werkingsmechanisme is nog niet bekend. Bijwerkingen van het middel zijn onder andere hoofdpijn, een verminderde eetlust, nervositeit,
slapeloosheid, angst en depressie. Bij oneigenlijk gebruik verwacht men waakzamer te zijn en aandachtiger te blijven.
Algemene Bevolking
Uit extra analyses van de Leefstijlmonitor (LSM-A) blijkt dat ongeveer 8% van de Nederlandse 16 tot 36 jarigen ooit in hun leven wel eens ADHD-medicijnen gebruikt heeft. Ongeveer 3,2% deed dit in het afgelopen jaar (peiljaar 2020) en 1,8% gebruikte het in de afgelopen maand. Van de personen die in het afgelopen jaar ADHD-medicatie gebruikten, gebruikte meer dan de helft het op doktersvoorschrift (58,8%), twee op de vijf (41,2%) namen ADHD-medicijnen (ook) zonder recept.
Nederlandse studenten hoger onderwijs
Uit de Monitor Mentale gezondheid en Middelen gebruik (2021) blijkt dat bijna een op de twintig (4%) studenten in de afgelopen 12 maanden ten minste één keer ADHD-medicatie oneigenlijk gebruikt heeft. Het gebruik ligt het hoogst onder (bachelor) studenten tussen de 22 en 25 jaar. Verder blijkt dat studenten met een belemmerende, psychische aandoening en concentratie-, lees-, of rekenproblemen vaker zonder voorschrift ADHD-medicatie gebruiken dan studenten die geen problemen ondervinden op deze vlakken. Ook iemands woonsituatie is van invloed. Zelfstandig
wonende studenten gebruiken vaker dan studenten die nog bij hun ouders wonen.
Ervaringen van het oneigenlijk gebruik
Uit een reeks interviews met oneigenlijk gebruikers van ADHD-medicatie bleek dat veel studenten het idee hebben zich beter of langer te kunnen focussen. Er werd aangegeven dat deze middelen het makkelijker maakten om langer door te gaan met studeren. Daarnaast gaven studenten aan dat gebruik van ADHD-medicatie motiverend kan werken. De middelen worden bewust en voor een
bepaald doel (studeren, concentreren) ingenomen, waardoor de motivatie om aan die doelen te werken toeneemt. In de literatuur zijn de meest genoemde redenen voor oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie: beter functioneren en focussen,meer energie krijgen en langer door kunnen gaan tijdens studieprestaties. Voor uitgaanders zijn de belangrijkste redenen om te gebruiken
het krijgen van betere concentratie (71,5%) en werk/studie langer volhouden (60,9%). Redenen samenhangend met uitgaansdoeleinden zoals ‘goed voelen tijdens uitgaan’ of ‘uitgaan langer volhouden’ werden onbelangrijk gevonden (respectievelijk 68% en 65%).
Natuurlijke studeerpillen
Naast methylfenidaat zijn er een aantal ‘natuurlijke’ middelen op de markt die claimen de concentratie te verhogen en zo studieprestaties te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn Study Buddy en Braincaps. Deze middelen bevatten over het algemeen natuurlijke, legale stoffen, waaronder cafeïne. De hoeveelheid cafeïne in één pil of tablet is meestal gelijk aan de hoeveelheid cafeïne in een (slappe) kop koffie. Van cafeïne is bekend dat het een opwekkende werking heeft.
Ongewenste effecten en risico’s
Ongewenste effecten die bekend zijn bij het gebruik op voorschrift van ADHD-medicatie zijn onder andere hoofdpijn, slapeloosheid, nervositeit, hartkloppingen, misselijkheid en een droge mond. Deze ongewenste effecten komen grotendeels overeen met de ongewenste effecten bij oneigenlijk gebruik. Uit zowel de literatuur als de interviews
met studenten komen daarnaast de volgende ongewenste effecten bij oneigenlijk gebruik naar voren: hartkloppingen, slaapproblemen en een verminderde eetlust als ongewenste effecten. Een deel van de gebruikers geeft aan tijdens of na gebruik last te hebben van een sombere stemming. Het bijwerkingencentrum Lareb meldt verder hart- en vaataandoeningen, depressie, angst, zelfmoordneigingen en slapeloosheid bij gebruik van ADHD-medicatie op voorschrift. Vanaf 1996 worden meldingen door bijwerkingencentrum Lareb gemeten. Sinds die tijd zijn in totaal 1580 meldingen over mogelijke mogelijke bijwerkingen van methylfenidaat gebruik binnengekomen, waarvan er 142 ernstig waren.
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) meldt bij overdosering van methylfenidaat een vergrote kans op opwinding, agressie, koorts, hoofdpijn en symptomen van paranoia-aanvallen. Er zijn dodelijke gevallen bekend. Een review onder Amerikaanse studenten over het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie en de gevolgen daarvan vond een verband tussen het gebruik van Ritalin en een verhoging van het aantal suïcides, eerste hulp bezoeken en gevaarlijke overdoseringen met verschillende soorten middelen. Er is echter nog onvoldoende bewijs om conclusies te trekken over eventuele verschillen in risico’s tussen eigenlijk en oneigenlijk gebruik. Er is zowel een risico op lichamelijke als psychische afhankelijkheid, ook bij eigenlijk gebruik en normale dosering van het middel onder toezicht van een arts. Dit kan worden opgemerkt als iemand zich, wanneer hij of zij geen ADHD-medicatie heeft gebruikt, bijvoorbeeld onrustig of agressief begint te voelen of wanneer iemand het idee heeft zonder ADHD-medicatie niet meer te kunnen presteren. Ruim 1 op de 10 (11,2%) van de gebruikers zonder voorschrift geeft aan de effecten van de ADHD medicatie te gaan missen als ze zouden stoppen.
Het combineren van ADHD-medicatie met andere middelen zoals alcohol of drugs kan gevaarlijk zijn. Drugs en medicijnen kunnen elkaars werking versterken of juist verminderen. Ook neemt de kans op bijwerkingen toe wanneer meerdere middelen gecombineerd worden.
Aanknopingspunten voor preventie
Studenten
Er is weinig bekend over preventie van oneigenlijk gebruik in Nederland. Mensen die zonder voorschrift ADHD-medicatie gebruiken, lijken zich veelal niet bewust van de mogelijke risico’s van dit gebruik. Uit de interviews met studenten kwam dat studenten deze middelen als veilig te zien, omdat artsen ze voorschrijven aan mensen met ADHD. Hoewel de wetenschappelijke literatuur er niet eenduidig over is, geloven veel studenten dat gebruik van ADHD-medicatie zorgt voor betere studieresultaten.
Een mogelijke ingang om het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie te verminderen, is het informeren van studenten over de risico’s van het gebruik van deze middelen op korte en lange termijn.
Onderwijsinstellingen
Onderwijsinstellingen kunnen een rol spelen bij de voorlichting en bewustwording over de risico’s van het gebruik, het verminderen van een hoge studiedruk en het signaleren en aankaarten
van oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie. Daarnaast kunnen zij zich inzetten op het gebied van stresspreventie (bijvoorbeeld met trainingen om te leren plannen) en het verminderen van de
ervaren prestatiedruk door studenten. Het oneigenlijk gebruik van deze middelen lijkt namelijk gerelateerd aan de huidige druk op studenten om te presteren. Uit een onderzoek onder
geneeskundestudenten in België bleek dat een hoge studiedruk zorgde voor veel stress, wat leidde tot oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie.
Zorgverleners
Gebruikers geven aan dat de middelen makkelijk te verkrijgen zijn en dat dit een reden is om niet te minderen of stoppen met het gebruik. Het beperken van de beschikbaarheid zou daarom een belangrijke eerste stap kunnen zijn in het terugdringen van het oneigenlijk gebruik. Bewustzijn creëren bij zorgverleners is daarom een aanknopingspunt om het risico op verhandelen van ADHD-medicatie te verkleinen. Het is hierbij belangrijk dat zorgverleners het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie erkennen als probleem. Daarnaast is het nodig om ADHD-medicatie zorgvuldig te
verstrekken. Dit betekent: niet voorschrijven als er geen indicatie is, zicht houden op wat de patiënt daadwerkelijk gebruikt en voorkomen dat de patiënt medicatie ‘hamstert’ door bijvoorbeeld een deel van de dosering niet te gebruiken of door te gaan met aanvragen van herhaalrecepten terwijl de klachten zijn verdwenen. Ten slotte is het belangrijk dat zorgverleners oneigenlijk gebruik kunnen herkennen en bespreekbaar maken.
Bron; factsheet Trimbos Instituut