Door Sandra Kooij
3-11-2013
leeftijdscategorie: geen
In landen met meer zonlicht is de prevalentie van ADHD lager. Dit blijkt uit recent onderzoek naar de samenhang tussen het voorkomen van ADHD en de intensiteit van het zonlicht in het geboorteland. Van de prevalentie van ADHD kon 34 tot 57 procent door de zonne-intensiteit worden verklaard. Deze samenhang is gevonden in bevolkingsonderzoek in zowel de Verenigde Staten als in Europa, en zowel bij kinderen als bij volwassenen (*) . De relatie tussen ADHD en zonlicht werd nog niet eerder gelegd. Tot nu toe werd de lagere prevalentie in zonnige landen geweten aan andere factoren.
Verklaring
Als verklaring voor deze samenhang suggereren de onderzoekers dat intens zonlicht het circadiane ritme, ofwel het slaap-waak ritme, normaliseert, waardoor de biologische klok beter synchroniseert met het ritme van licht en donker. De veel voorkomende verlate slaapfase bij mensen met ADHD zou hierdoor verbeteren (vervroegen).
Een verlate slaapfase leidt al gauw tot chronisch slaaptekort als je vroeg op moet voor kinderen of werk. Door slaaptekort ontstaat ‘ADHD-achtig gedrag’, zoals concentratieproblemen, vermoeidheid, prikkelbaarheid en chaotisch gedrag. Dit betekent niet dat ADHD per se vaker voorkomt in landen met minder zon, maar het late slaapritme. Doordat de slaapproblemen met intens zonlicht overdag afnemen, zou ook de ernst van de ADHD-symptomen afnemen.
Het zou dus kunnen dat chronisch slaaptekort in landen met weinig zon leidt tot meer klachten die op ADHD lijken èn die er samen mee voorkomen. Dit alles moet verder onderzocht worden, maar het biedt wel nieuwe kansen voor de preventie van (de ernst van) ADHD door beter te letten op het slaapritme en de slaapduur. Dit kan door de nacht weer nacht te laten zijn (dus donker) en de dag dag (dus licht).
Macintosh HD:Users:Martijn:Dropbox:Research:ADHD:ADHD sleep manuscript:Biol Psychiatry:Revision1:Arns_Figure1.tiff
Figuur 2: Prevalentie van ADHD per Amerikaanse staat (CDC gegevens, zie figuur 2a) en zonne-intensiteit kaarten van de VS (NREL gegevens, zie figuur 2b). Merk de opvallende overeenkomst op tussen een lage ADHD-prevalentie en een hoge intensiteit van het zonlicht. Overgenomen uit Arns ea, 2013.
(*) Arns M, van der Heijden KB, Arnold LE, Kenemans JL. Geographic Variation in the Prevalence of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: The Sunny Perspective. Biol Psychiatry. 2013 Mar 20. pii: S0006-3223(13)00175-3. doi: 10.1016/j.biopsych.2013.02.010.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23523340
Sandra Kooij is psychiater en hoofd van het Kenniscentrum ADHD bij Volwassene
Gepubliceerd in de Kenniscentrum Nieuwsbrief, jaargang 15, nummer 3, november 2013