Er is een informatie folder geschreven voor kinderen met ADHD waar 7 vragen, 7 antwoorden en 7 tips besproken worden.
De 7 vragen zijn: Wat is AD(H)D? Hoe vaak en bij wie komt AD(H)D voor? Hoe merk je dat je AD(H)D hebt? Hoe weet de dokter dat je AD(H)D hebt? Wat kun je er aan doen? Wat kan ik nog meer verwachten? Is AD(H)D bij iedereen even erg?
De 7 antwoorden zijn:
Wat is AD(H)D?
ADHD is uit het Engels vertaald: Atttention = Aandacht, Deficit = Tekort, Hyperactivity Hyperactiviteit, Disorder = Aandoening. Er is een groot verschil in hoeveel last kinderen van hun ADHD klachten hebben: we spreken daarom van een ADHD spectrum. Vergelijk een spectrum met de cijfers van 0 tot 10. Sommige kinderen hebben een beetje last en geven daarvoor het cijfer 1 of 2 en andere kinderen hebben veel meer last en geven bijvoorbeeld een 8 of 9 voor hun klachten.
Waar komt AD(H)D vandaan?
Bij ADHD lijkt er een tekort aan stofjes in je hersenen te zijn. Deze stofjes heten dopamine en noradrenaline en die stofjes heb je voor verschillende dingen nodig. Als eerste om je goed te kunnen concentreren, ten tweede om de signalen of stroompjes door je hersenen goed te laten lopen en ten derde om prikkels te filteren. Bij ADHD werkt de filter voor prikkels minder goed. Een ‘filter’ kun je vergelijken met een zeef. Als een zeef niet goed werkt laat deze alles door. Als, zoals bij ADHD, je ‘zeef’ voor prikkels niet goed werkt, komen alle prikkels, belangrijk of minder belangrijk, even hard je hersenen binnen. Dit geeft onrust in je hoofd, een gevoel van chaos en hierdoor kun je ook drukker worden en je minder goed concentreren.
Hoe vaak en bij wie komt AD(H)D voor?
ADHD klachten komen veel voor. Van 100 kinderen onder de 16 jaar hebben er 3 tot 5 ADHD, dit is 3-5%. In ieder schoolklas zitten gemiddeld 1 of 2 kinderen met ADHD. Jongens hebben meer last van hyperactiviteit en meisjes zijn vaak drukker in hun hoofd waardoor AD(H)D bij meisjes vaker wordt gemist. Als je ouder wordt komt het minder voor: tussen de 16 en 25 jaar bij 1-3% voor en bij volwassenen daalt het naar 2%, evenveel mannen als vrouwen. ADHD is voor 70% erfelijk bepaald, het kan ook een andere oorzaak hebben. Als het niet bij jou thuis voorkomt heb je misschien wel een oom, tante, neef of nicht die het heeft.
Komt AD(H)D nu meer voor dan vroeger?
Dit lijkt soms zo maar we weten dat de hersenen van mensen niet veranderd zijn. We herkennen ADHD gelukkig sneller dan vroeger. De wereld van nu is heel anders dan vroeger: alles is veel sneller geworden met zoveel meer prikkels (je telefoon, TV, computer etc.). Als je nu leeft heb je helaas eerder last van ADHD klachten dan vroeger.
Hoe merk je dat je AD(H)D hebt?
Meestal zullen je ouders, je familie of je juf of meester het eerder door hebben dan jijzelf. Voor veel kinderen kan het moeilijk zijn om op te merken of te vertellen waar ze last van hebben. Als je veel last van je klachten hebt, en hierdoor niet de dingen kunt doen die je zou willen doen, raden wij je aan om naar de huisarts te gaan.
Wat zijn AD(H)D klachten?
Zoals de naam al zegt hebben je klachten te maken met Aandacht en met Hyperactiviteit. Je Aandacht ergens bij houden, je concentreren, is voor jou een uitdaging. Opletten in de klas of je werkjes afkrijgen kan lastig zijn. Hyperactiviteit: je voelt je onrustig, je bent druk: dit gevoel kan in je hoofd zijn of hebt moeite met stilzitten. Soms ben je ook impulsief, dan heb je de dingen al gedaan voordat je er goed over hebt nagedacht.
Mensen om je heen begrijpen dit niet altijd goed. Gelukkig barst jij van de energie, je bent vaak creatief, en je zit vol met ideeën en dat is heel leuk. Problemen bij ADHD komen het meest voor in de periode dat je naar school gaat, want daar moet je stil zitten en leren. Als je gaat werken kun je een baan kiezen die goed bij je past en dan gaat het vaak een stuk beter met je.
Bij ADD heb je dezelfde klachten alleen ben je vaker dromerig i.p.v. hyperactief waardoor het minder opvalt. Zonder ‘H’ van hyperactiviteit, wordt ADHD ook wel ADD genoemd. NB voor het gemak spreken we vanaf nu alleen van ADHD.
Hoe weet de dokter dat je AD(H)D hebt?
Via de huisarts kom je meestal eerst bij een psycholoog (of de kinderarts of kinderpsychiater, dit hangt van de regio en van wachtlijsten af) voor onderzoek. Het onderzoek bestaat uit gesprekken en het invullen van vragenlijsten. Er wordt onderzocht hoe jij dingen kunt onthouden en hoe het gaat met concentreren. Ook wordt onderzocht hoe impulsief je bent en hoe goed je kunt plannen. Er worden vragen gesteld over jou aan je ouders en vaak ook aan je juf of meester. Na afloop van de onderzoeken komt er een uitgebreid verslag over jou en jouw ADHD klachten. In dit verslag staan adviezen over wat voor jou de beste aanpak is.
5. Wat kun je eraan doen als je AD(H)D hebt?
Als je ADHD klachten hebt kun je geholpen worden door psycho-educatie, dit zijn trainingen voor jou, je ouders en je juf of meester. Soms krijg je ook medicatie, “pillen”.
1.Psycho educatie, dit is mooi woord voor hoe jij en je familie en school het beste kunnen omgaan met je ADHD klachten. Het is belangrijk dat jij, je ouders en je juf of meester (psycho-educatie) tips krijgen over wat bij jou het beste helpt. Bijvoorbeeld: sommige kinderen hebben meer rust nodig, en andere kinderen hebben weer meer structuur nodig. Complimenten zijn heel belangrijk: het helpt als je juist hoort welke dingen je goed doet. Er zijn ook speciale sociale vaardigheidstrainingen waar je tips krijgt hoe je anders met bijvoorbeeld vriendjes om kunt gaan. Dit helpt echt.
Een koptelefoon, een wiebelkussen of een Study Buddy kunnen je ook helpen. Een Study Buddy is een soort kastje om je tafel zodat je niet te veel wordt afgeleid. Het is belangrijk om bij vragen of veranderingen terug te gaan naar je psycholoog
2.Medicatie: de huisarts, kinderarts of kinderpsychiater kunnen je medicatie “pillen” geven. Medicatie kan je helpen om beter te concentreren, om minder druk of minder snel boos of verdrietig te zijn. De medicatie wordt alleen gegeven als jij en je ouders dit ook willen en als je veel last hebt van je ADHD klachten. Er zijn verschillende pillen, sommige werken kort en andere werken langer. Er wordt eerst gestart met een proefbehandeling: samen met je dokter kijk je of de pillen voor jou goed werken en wanneer je de pillen nodig hebt. Later beslis je hoe je verder gaat: sommige kinderen nemen de pillen alleen op school en niet in de weekenden of tijdens de vakanties en andere kinderen nemen de pillen altijd. Als je de pillen al een tijdje slikt, stop je soms om te kijken hoe het zonder gaat.
Bijwerkingen: De pillen kunnen soms ook klachten geven, dit noemen we bijwerkingen. Dit kunnen klachten zijn van: misselijkheid, buik- en hoofdpijn en minder eetlust. Misselijkheid, buik- en hoofdpijn gaat vaak na een tijdje over, minder eetlust blijft vaak wel, je moet dan goed opletten of je wel genoeg eet.
Veel kinderen met ADHD hebben al moeite met in slaap vallen. Pillen maken dit soms erger. Het helpt om goede afspraken rondom het slapen te maken: op tijd stoppen met gamen, geen elektronica in bed, geen cola, geen energiedrankjes, en geen drukke dingen doen voor het slapen maar juist een boekje lezen of rustig in bad zitten. Als dit allemaal niet helpt, kun je ook melatonine slikken.
Sommige kinderen voelen zich soms ook verdrietig of niet helemaal zichzelf door de pillen. Er is een kans op het zogenaamde “rebound effect”: als de pillen uitgewerkt zijn kun je even drukker of meer chagrijnig worden.
Bezoek aan de dokter: Het is heel belangrijk dat je goed contact met je dokter houdt en aan de dokter vertelt wat voor jou helpt en of je andere klachten (bijwerkingen) krijgt. Samen pas je dan aan wat voor jou op welk moment het beste werkt. De dokter kijkt ook of je goed eet en groeit. Bloedonderzoek hoeft niet, wel soms een hartfilmpje (ECG) als er hartaandoeningen in je familie voorkomen of als je klachten hebt. Pas op met alternatieve medicijnen, niet alles wat natuurlijk is, is goed. Er is op dit moment veel onderzoek naar het effect van voeding op ADHD klachten. We weten nu dat suiker daar geen invloed op heeft.
Wat kan ik nog meer verwachten?
Als je ouder bent heb je vaak minder last van je ADHD klachten, je school of werk is anders, je hebt minder vaak ongelukjes en je hebt vaak geleerd (met psycho-educatie) wat bij jou goed werkt. Het is niet zo dat je door trainen je hersenen kunt veranderen, maar je hersenen worden ook, net als jij ouder en rijper.
Pillen kunnen je vaak door een lastige tijd heen helpen. Uit ervaring weten we dat wanneer je niet goed ingesteld bent op medicatie terwijl dit bij jou juist wel heel goed werkt, de kans groter is dat je bijvoorbeeld gaat roken, blowen of gamen. Ook bestaat het risico dat het niet goed gaat op school of met vriendjes en vriendinnetjes. Het is dus heel belangrijk dat je goed begeleid en gecontroleerd wordt door een psycholoog en bij medicatie ook door een dokter.
Is AD(H)D bij iedereen even erg?
Nee, sommige kinderen zullen weinig last meer hebben van ADHD klachten als zij van de psycholoog geleerd hebben wat voor hun het beste werkt. Andere kinderen zullen zich met medicatie veel beter voelen. Vaak verandert het en hoe ouder je wordt hoe beter het dus meestal gaat.
7 Tips
De volgende 7 tips komen van de patiënt en de dokter.
Tip 1. Je bent goed zoals je bent, schaam je nooit! Je bent echt niet de enige! Kijk naar de dingen die je goed kan, je bent misschien wel heel creatief, hebt veel energie, kan goed sporten en hebt veel ideeën. Of jij bent altijd in voor actie of een leuke grap.
Tip 2. Leg uit aan de kinderen en mensen om je heen wat ADHD is, dan begrijpen ze je beter. Vraag ook eens aan anderen waarom zij bijvoorbeeld minder durven dan jij, dit helpt. Geef een spreekbeurt op school, kijk op:
https://marant.nl/artikelen/spreekbeurt-of-werkstuk-over-adhd/
Tip 3. Kijk welke tips van de pedagoog, psycholoog, kinderarts of psychiater bij jou passen. Als je ergens last van hebt dan is het fijn dat mensen je kunnen helpen.
Tip 4. Rust en regelmaat is enorm belangrijk. Zorg voor structuur, overzicht en begeleiding. Daarnaast helpt het om gezond te eten, te sporten en buiten te zijn.
Tip 5. Als je medicijnen hebt, is het belangrijk om die in te nemen zoals is afgesproken. Dan zal je er meer plezier van hebben. Soms is het even zoeken naar de juiste medicijnen, dus bespreek goed wat werkt en als je last hebt van bijwerkingen.
Tip 6. Voor iedereen om je heen: Positiviteit helpt! Straf niet maar kijk naar de dingen die goed gaan. Geef complimenten.
Tip 7. Kennis helpt. Veel informatie kun je vinden op de hieronder genoemde links naar podcasts en filmpjes en websites en boeken. Betrouwbare internet tips waar wij als dokters achterstaan:
Podcast:
https://soundcloud. Podcast 3×7 bij de dokter: AD(H)D!
https://addsomethingspecial.nl/podcast/
Filmpjes met uitleg:
https://www.youtube.com/watch?v=lVnnaeSzUIc
https://www.hetklokhuis.nl/tv-uNTR _ Het Klokhuis – Uitzending – ADHDitzending/3189/ADHD
Websites en boeken
https://www.kenniscentrum-kjp.nl/professionals/adhd/
https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/adhd/introductie
ADHD – Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming
Boek: ADHD in de klas, Anton Hogeweg
Patiënt Informatiefolder, 7 Vragen, 7 Antwoorden en 7 Tips: AD(H)D bij kinderen!
Auteurs: Gerdine Kamp, Johan van der Kaaden en Rob Rodrigues Pereira kinderartsen. Lotte Heijerman, arts-assistent kindergeneeskunde, Tergooi Ziekenhuis, 5 juni 2021.
Met dank aan:
Els van den Ban en Dion Leiblum, kinder- en jeugdpsychiaters, namens ADHD netwerk
Joli Luijckx, lobby/belangenbehartiging Oudervereniging Balans, de vakgroep kindergeneeskunde Tergooi en Andra Hart arts-assistent kindergeneeskunde.