Skip to main content

Om misvattingen over ADHD tegen te gaan heeft de World Federation of ADHD Federation een Consensus Statement uitgebracht met 208 evidence-based conclusies, vastgesteld op basis van studies met meer dan 2000 deelnemers, en goedgekeurd door 78 auteurs uit 27 landen afkomstig uit 6 continenten. De bevindingen maken stevige uitspraken mogelijk over aard, verloop, oorzaken en behandelingen waarmee misvattingen en stigma kunnen worden verminderd (Neuroscience & Behavorial Reviews, 4 febr. 2021).

 

 

 

Samenvatting en selectie van de belangrijkste conclusies

De aandoening welke wij nu de benaming ADHD geven wordt sinds 1775 al in de medische literatuur beschreven.

Wanneer dit vastgesteld wordt door een geregistreerde clinicus is de diagnose classificatie ADHD goed gedefinieerd en valide bij alle leeftijden, ook in aanwezigheid van andere psychiatrische aandoeningen of stoornissen.

ADHD komt vaker voor bij het mannelijke geslacht en heeft een prevalentie 5,9 % bij jeugdigen en 2,5% bij volwassenen. Dit is vastgesteld bij studies in Europa, Scandinavië, Australië, Azië, het Midden Oosten, Zuid en Noord-Amerika.

ADHD kan in zeldzame gevallen veroorzaakt worden door een enkelvoudige genetische of omgeving risicofactor. Het wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door gecombineerde effecten van multipele genetische en omgeving risicofactoren welke elk een zeer klein effect hebben.

Mensen met ADHD laten bij neuropsychologisch onderzoek vaak belemmeringen in de testresultaten zien, deze testen kunnen echter niet gebruikt worden om de classificatie te bevestigen.

Bij beeldvormend onderzoek van de hersenen worden kleine verschillen gevonden in de structuur en het functioneren tussen mensen met en zonder ADHD. Deze verschillen kunnen niet gebruikt worden om de diagnose vast te stellen.

Mensen met ADHD hebben een verhoogd risico op het krijgen van obesitas, astma, allergie, diabetes mellitus, hypertensie, slaapproblematiek, psoriasis, epilepsie, sexueel overdraagbare aandoeningen, oogafwijkingen, immuunstoornissen en metabole stoornissen.

Mensen met ADHD hebben een verhoogd risico op het gebied van verminderde kwaliteit van leven, middelenmisbruik, (verkeers)ongelukken, onderpresteren bij opleidingen, werkeloosheid, gokken, tiener zwangerschap, sociale problematiek, criminaliteit, zelfmoord en voortijdig overlijden.

Studies over kosten en baten tonen aan dat de extra kosten in verband met ADHD wereldwijd honderden miljarden dollars bedragen.

Geneesmiddelen regulerende instanties hebben wereldwijd vastgesteld dat verscheidene vormen van medicatie effectief en veilig zijn bij het reduceren van ADHD kenmerken zoals aangetoond door RCT’s. 

Behandeling met ADHD medicatie reduceert het aantal ongevallen en verwondingen, hersenletsel, middelenmisbruik, roken, fracturen, sexueel overdraagbare aandoeningen, zelfmoord, criminele activiteiten, depressie , tiener zwangerschap en vermindert uitval tijdens opleidingen.

De bijwerkingen van medicatie zijn meestal niet ernstig en kunnen ondervangen worden door dosisaanpassing of aanpassingen van het middel.

Stimulantia zijn meer effectief dan non stimulantia maar worden vaker verkeerd gebruikt of misbruikt.

Non farmacologische behandelingen zijn minder effectief dan medicatie maar zijn vaak zinvol om te ondersteunen bij problemen welke overblijven nadat de behandeling met medicatie optimaal ingesteld is. 

  

Items
Els van den Ban

Els van den Ban

Voorzitter ADHD Netwerk