Skip to main content

Waar kunnen we je mee helpen?

< Alle onderwerpen
Print

Vergelijking van de normering tussen de AVL en de DIVA  

Vraag:

Ik gebruik de AVL meestal als een grove maat, soort kapstok om tot een verdiepend gesprek te komen over ADHD (of niet) bij een kind/jongere. Het viel mij op dat enkele items in de AVL niet overeenkomen met de items in de DIVA. Dus mijn vraag is dan: hoe moeten wij omgaan met de normering van AVL lijst ten opzichte van de DIVA vragenlijst?

 
Antwoord:

Ik gebruik de AVL zelf  sinds 2006 en inderdaad viel mij reeds op dat ik enkele items zelf anders zou scoren. Echter, bij een constructie van een vragenlijst (dat is een toch ingewikkeld statistisch proces) wordt er niet zomaar gekeken naar waarvan wij vinden dat vragen bij elkaar horen, maar wordt er een factoranalyse uitgevoerd (via het statische programma waarmee gewerkt wordt) waaruit komt welke vragen met elkaar overeenkomen en dus in dezelfde categorie thuishoren. Dit terwijl die statistische programma’s natuurlijk geen weet hebben van de daadwerkelijke inhoud van de vraag (het is gewoon vraag 1, 2, 3, etc.).

Met andere woorden: uit de factoranalyse kan blijken dat bepaalde vragen bij elkaar horen waarvan wij zelf vinden dat die niet bij elkaar horen. Dan is maar de vraag wat je besluit. Zelf had ik die vraag dan persoonlijk verwijderd, want anders krijg je toch een vreemd beeld.  De AVL heeft niet zoveel vragen, dus daar is niet voor gekozen.

De DIVA is anders opgebouwd, er is  geen factoranalyse gedaan: er is dus een andere statistische onderbouwing. Enfin, het verklaart wel het verschil. Überhaupt is het ook zo dat een vragenlijst nooit een definitief diagnostisch instrument kan zijn in de zin van dat je daar je diagnose van af laat hangen. Het onderscheid tussen ADHD en ADD is ook nog steeds onderwerp van discussie dus ik zou gewoon de algehele uitkomstmaat van de AVL gebruiken, zeker ook omdat deze inmiddels al wat langer op de markt is. En vooral de anamnese is ook erg belangrijk!

 

Aanvulling

3 mei 2021 Sandra Kooij en Derk Birnie:

“Aanbevolen wordt om de DIVA 2.0 bij de diagnostiek van ADHD bij volwassenen te gebruiken. Om ook een goede differentiaaldiagnostische afweging te kunnen maken en om de veelvoorkomende comorbiditeit vast te stellen dient aanvullend onderzoek te worden gedaan. Hiervoor kunnen bestaande (gestructureerde) diagnostische instrumenten worden gebruikt (SCID, SCAN, CIDI, MINI).

Wij verwijzen graag naar de meest recente richtlijn van de FMS: Aanbeveling Federatie Medisch Specialisten richtlijn ADHD bij volwassenen dd 8-7-2015 met het volgende citaat: 

Tot op heden is er geen gevalideerd Nederlands diagnostisch instrument beschikbaar voor de diagnostiek van ADHD bij volwassenen. De DIVA 2.0 is gebaseerd op de DSM-IV-criteria voor ADHD en wordt veel gebruikt in de klinische praktijk. De structuur van de DIVA 2.0 biedt voldoende houvast om de symptomen systematisch uit te vragen en tegelijkertijd wordt er een beroep gedaan op het klinisch oordeel. Het is uiteindelijk de diagnosticus die alle informatie weegt en besluit welke diagnosen bij een patiënt vastgesteld dienen te worden.

De DIVA 2.0 is ontwikkeld omdat er in het veld behoefte was aan een betrouwbaar en gratis instrument dat gemakkelijk te verkrijgen is. Ook internationaal bleek veel behoefte aan een dergelijk instrument, zodat de DIVA 2.0 in veel verschillende talen wordt uitgebracht ten behoeve van onderzoek en patiëntenzorg.

De DIVA 2.0 wordt door een professional die bevoegd is om psychische stoornissen vast te stellen, afgenomen bij een patiënt, zo mogelijk in aanwezigheid van de partner en/of familieleden, om zo retrospectief een goed beeld te krijgen van de symptomen gedurende de levensloop van de patiënt. Voor het stellen van de DSM-IV-diagnose ADHD bij volwassenen gaat het erom de aanwezigheid van de ADHD-symptomen zowel in de kindertijd als in de volwassenheid vast te stellen. Deze worden in de DIVA 2.0 systematisch uitgevraagd. Voor de differentiaaldiagnostiek en het vaststellen van eventuele comorbiditeit zijn andere instrumenten nodig.”

De DIVA 2.0 wordt inmiddels op grote schaal door klinisch werkende professionals in binnen en buitenland gebruikt en is op dit moment het meest geschikte diagnostisch instrument voor volwassenen. De DIVA is als diagnostisch instrument beter dan de AVL welke alleen voor screening gebruikt kan worden.

 

https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/adhd_bij_volwassenen/diagnostiek_adhd_bij_volwassenen/diva_2_0_voor_adhd_bij_volwassenen.html

 

www.divacenter.eu

 

 

Sandra Kooij, psychiater, hoogleraar ADHD bij volwassenen, Amsterdam UMC

Derk Birnie

Inhoudsopgave