“Mag ik de sleutel van de kast?” Het is nog vroeg, maar dochter staat naast mijn bed. De vakantie is afgelopen en ze moet vandaag weer naar school. “Ik wil eten, mijn medicijnen innemen voor mijn ADHD en depressie en daarna douchen. Dan ben ik mooi op tijd klaar.”
Nog een beetje duf loop ik met haar mee naar beneden. Vannacht heb ik slecht geslapen, net als de nachten daarvoor. Eigenlijk was ik pas een uurtje geleden lekker in slaap gevallen en kon ik mijn zorgen een klein beetje vergeten. De wekker was nog niet gegaan. Maar nu sta ik abrupt weer met beide benen op de grond. De kast maak ik voor dochter open. Daarna is er koffie.
“Tot vanmiddag, mama!” De voordeur slaat dicht en ik zie dochter de straat uit fietsen. Ze heeft heel veel zin om naar school te gaan. Het geeft haar weer houvast door de structuur en de regelmaat. Dat is fijn, al blijf ik met een vreemd gevoel alleen achter. Vol gedachten, maar ook leeg. Wezenloos staar ik voor mij uit.
Precies een week geleden was dochter jarig. Ze werd zestien. We vierden het het weekend daarvoor uitbundig. In de tuin met al haar vrienden. Zoon regelde de muziek. We staken de barbecue aan, we dansten en we deden de polonaise. Dochter straalde. Net als een paar weken geleden toen we op de camping waren. “Het is hier fijn, mama”, zei ze steeds. “Veel fijner dan thuis.”
In de dagen na het feestje zie ik dat dochter somberder wordt en ze zich steeds meer terugtrekt. Ze is moeilijker haar bed uit te krijgen en ze zit steeds meer alleen op haar kamer. Al mijn pogingen om haar op te vrolijken lopen op niets uit. In de tuin staat een zwembad vanwege de hittegolf. Regelmatig plons ik hier even in om af te koelen. Dochter niet. Ze heeft dikke kleren aan met lange mouwen. Alleen al als ik naar haar kijk, krijg ik het heet.
“Het is buiten tropisch. Waarom loop je er zo winters bij? Wat is er met je aan de hand?”, vraag ik. “Heb je iets te verbergen?” Bezorgd kijk ik haar aan. “Gaat het niet goed met je? Heb je je weer gesneden?” Ze reageert verontwaardigd. “Nee hoor. En ik ga wel weer naar boven.”
Diezelfde avond, op haar verjaardag. komt dochter bij me zitten en begint ze te huilen, “Weet je nog wat je zei over dat snijden? Ik heb het inderdaad weer gedaan en ik heb het je niet gezegd, omdat ik denk dat ik je dan telkens teleur zal stellen.” Verdrietig laat ze haar verwondingen zien. “En dit is niet alles, mama. Ik ben ook op zoek geweest naar pillen om in te nemen. Gelukkig kon ik die op dat moment niet vinden, want ik had het echt gedaan.”
Twee dagen later voel ik de tranen opkomen. We zitten op dat moment samen in de tuin. Alles komt er ineens uit. Manlief kijkt me ontredderd aan en zoon begint mee te huilen. Ook voor hem is dit te groot. Dochter omhelst me en veegt de tranen van mijn gezicht, terwijl ik zeg dat ik echt zielsveel van haar houd. Het is heftig, maar het lucht tegelijkertijd ontzettend op.
Nog meer scherpe voorwerpen halen we uit haar zicht en de medicijnen stoppen we achter slot en grendel. Voorlopig zal ze me iedere dag wakker moeten maken om de sleutel te vragen. Het voelt of ik binnen een week tien jaar ouder ben geworden. En we zijn er nog lang niet. Het zal niet bij deze ene terugval blijven. We zullen samen een lange weg af moeten leggen. Onzeker en vol gevaren. Maar we hebben voor meer vuren gestaan. Hier komen we samen sterker uit.