“Ik kom vanmiddag uit mijn werk even langs huis om nog wat te halen inclusief de reservesleutel van mijn fiets.” Het is een app van zoon. Hij is vandaag in de buurt voor zijn baantje, dus het is vast makkelijk om dan gelijk hier even aan te komen. Daarom app ik hem terug dat zijn fietssleutel hier niet meer ligt en dat ik graag wil weten hoe laat hij precies komt.
Het is een beetje onze manier van ‘communiceren’ geworden. Het is nu een paar weken geleden dat hij uit huis is gegaan en bij zijn schoonfamilie is gaan wonen. Hij laat weinig van zich horen. In het begin was ik hier vooral heel verdrietig over. Hij was immers boos weggegaan. Nu weet ik beter. Wij wilden dat hij zijn medicatie nam, maar zoon wilde dat niet meer. Maar zijn ADHD is, in onze ogen, te ernstig om het zonder medicijnen te doen.
En dus ging hij weg. Heel af en toe krijg ik een berichtje. Ik vraag aan hem hoe het gaat, maar hij vraagt nooit naar mij. Door de stress had ik veel pijn, maar daar mag ik niet over praten, want dat is zelfmedelijden. Naar zijn vader, zus en honden vraagt hij ook niet. Alles draait om hem. Dan hoor ik dus alleen dat hij heeft gekookt of een wasje heeft gedaan. Zonder medicijnen welteverstaan en dat vindt hij bijzonder knap van zichzelf. Dus ik bevestig dan dat het inderdaad heel goed is wat hij doet, terwijl ik weet dat het een kwestie is van tijd dat de bom zal barsten. Niet een beetje, maar ook echt heel hard.
In eerste instantie was ik best boos op zijn vriendinnetje en haar ouders. Ze gaan op de stoel van de arts zitten en dat vind ik onaanvaardbaar. Ze kennen hem slechts een paar maanden en weten gewoon echt niet hoe belangrijk zijn medicatie voor hem is. Dat hij best een tijdje aangepast gedrag kan vertonen, maar dat dit niet eeuwig vol te houden is. Dat hij uiteindelijk in een nog dieper gat zal vallen als blijkt dat hij toch niet mee kan komen zo.
Mijn boosheid heb ik inmiddels omgeruild voor berusting. Het is ontzettend triest wat er gebeurt, maar ik heb er geen invloed op. Ook niet als ik zie hoe woest hij zonder medicatie uit zijn ogen kijkt. Hoe hij naar me schreeuwt en me behandelt als een voetveeg. Het doet me pijn om hem zo te zien en te merken dat hij wordt losgeweekt van ons. Maar ik accepteer de situatie zoals hij is en hoop er maar het beste van. Dat moet.
Ondertussen luister ik naar mijn moedergevoel. En dat zegt me dat het niet slecht is wat we hebben gedaan. Hij kan er ook niks aan doen. We deden alles met de beste bedoelingen en uit liefde voor hem. Nu is de tijd aangebroken dat we hem los moeten laten. Moedergevoel klopt altijd. Het is beslist niet makkelijk, maar wel beter voor ons allemaal.