Vorige week was het weer moederdag. Natuurlijk weet ik wel dat het eigenlijk allemaal maar een commercieel gedoe is. Dat het onzin is dat je het dubbele betaalt voor die ene leuke plant. Maar toch maakt Moederdag ieder jaar dubbele gevoelens bij mij los.
Er komen op Moederdag altijd herinneringen naar boven. Herinneringen aan vroeger. Dat ik als klein meisje op Moederdag heel vroeg een ontbijt maakte voor mijn moeder. Compleet met warme broodjes, versgeperste sinaasappelsap en gekookte eitjes, die ik afdekte met van die gebreide mutsjes, zodat ze lekker warm bleven. En dan begon het lange wachten. Wat had ik daar een hekel aan. Wachten. Wachten totdat mijn moeder eindelijk wakker werd en mij een compliment zou geven voor al mijn werk.
Maar er zijn ook verdrietige herinneringen. Herinneringen aan al die keren dat mijn moeder de wanhoop nabij was. Dat ik niet deed wat ze van me vroeg en dat ze boos op me werd. Zo boos dat ze me letterlijk aan mijn haren naar boven sleurde. En dat ik dan heel hard gilde, omdat het zo’n pijn deed. Want ik wilde heus wel luisteren en rustig zijn.
Moederdag geeft me ook een gevoel van geluk. Als op vrijdag, voor Moederdag, blijkt dat mijn puberzoon zijn Moederdag-cadeautje op school heeft laten liggen en hij met een piepende stem zelf de meester belt en zegt: “ik kom het cadeautje na mijn boterham, of beter gezegd na mijn croissantje, halen hoor.” En als zoon en dochter op zaterdag bloemen gaan halen met papa, en dochter schreeuwend thuiskomt, omdat ze te veel geld bij de bloemen heeft moeten doen.
Nog meer geluk voel ik als ik op zondagmorgen van twee trotse gezichtjes twee prachtige cadeautjes krijg. Van zoon een wit pakje met getekende hartjes. Van dochter een roze pakje met een gouden lintje. Zoon heeft een armband gemaakt met kralen en stukjes rubber en dochter een juwelendoosje waarin een gehaakt armbandje verstopt zit. Normaal gesproken hou ik niet van armbanden, maar voor deze ene keer vind ik ze meer dan prachtig.
Maar op Moederdag denk ik ook altijd wel even aan mijn eigen moeder die ik al jaren niet meer heb gezien. Een bewuste keuze van mijn kant, dat wel. Want het was simpelweg de enige manier om zelf overeind te blijven. En hoewel ik de tijd natuurlijk niet terug kan draaien vraag ik me soms wel eens af hoe mijn leven er uit zou hebben gezien als ik met de kennis van nu zou zijn groot gebracht. Of de weg dan minder moeizaam zou zijn geweest. Of ik wel aan de eisen en verwachtingen van mijn moeder had kunnen voldoen. Of ze dan wel bij de geboorte van mijn kinderen was geweest. En bij ons trouwen. Maar ik vraag me vooral of we elkaar beter hadden begrepen.
Het verdriet blijft altijd een beetje, zo simpel is het. Maar omdat ik weet dat ik op bepaalde vragen toch nooit een antwoord zal krijgen en de dingen zijn zoals ze zijn heb ik mijn hoop op waardering gelukkig op kunnen geven. Hierdoor kan ik zonder boosheid en frustraties achterom kijken en genieten van het geluk.
En al is het geen garantie voor de toekomst, mijn kinderen groeien in ieder geval wel op in een tijd met veel meer kennis over ADHD dan toen. Natuurlijk is dit niet zaligmakend en bestaat opvoeden uit veel meer dan dat. Maar hopelijk helpt dit gegeven ze wel om op te groeien tot zelfverzekerde volwassenen. Want het belangrijkste wat ik mijn kinderen mee wil geven is dat ze zichzelf mogen zijn. En ik hoop met heel mijn hart dat ze zich dit altijd zullen blijven herinneren. Ook als ik later oma ben. Want met herinneringen kun je niet breken. Herinneringen blijven je altijd bij.