We zijn voor zoon nu al een paar maanden op zoek naar een middelbare school. En met het advies VMBO-kader denken we dat dit een makkie is. Zoon heeft immers nooit een rugzakje gehad en zit op een reguliere basisschool. Maar het tegendeel blijkt waar. Het is geen makkie, we hebben nog steeds geen plek gevonden en over vijf dagen begint de zomervakantie.
En dus vind ik het tijd om open kaart te spelen en de leerplichtambtenaar in te lichten. Misschien kan zij bemiddelen, is mijn gedachte. In eerste instantie lijkt de dame in kwestie ook best welwillend. ‘Het is meer politiek waar we het over hebben dan over het kind waar het feitelijk over zou moeten gaan. Ondanks de invoering van het Passend Onderwijs gaat het alsmaar over geld’, mailt ze me.
Maar mensen kunnen omslaan als een blad aan de boom. Een beetje bezweet kom ik binnen op onze afspraak, na een interview met een regionale radio-en televisiezender over de ontstane situatie. “Waarom ben je zo bezig met de pers?” en “wat wil je ermee bereiken?”, vraagt de leerplichtambtenaar kil. “Denk in het belang van zoon”, snauwt ze me ook nog toe. Mijn verbazing groeit, want als ik ergens mee bezig ben, is het dat. Maar de leerplichtambtenaar gaat onverstoorbaar door. Zoon kan op het OPDC (Orthopedagogisch Didactisch Centrum en geen school in de zin van de Leerplichtwet) worden geparkeerd. Doe ik dit niet, dan kan ik na 18 augustus een proces-verbaal tegemoet zien. Want als leerplichtambtenaar moet je immers de Leerplichtwet uitvoeren.
Een boel intimidatie waar ik een beetje, maar niet erg van onder de indruk ben. Dus ik zeg: “dat proces-verbaal moet je zeker doen. Wanneer kan ik het precies tegemoet zien?” Hier kan ze me geen antwoord op geven, want ze moet het één en ander eerst nog wel even inplannen. Maar het vreemdste vind ik eigenlijk helemaal niet dat de zogenaamd, meedenkende leerplichtambtenaar is veranderd in een boosaardige mevrouw. Er gebeurt in het begin van het gesprek namelijk nog iets anders.
Zoon is de afgelopen twee dagen thuisgebleven. Hij heeft door het hele gedoe veel last van hoofdpijn. Zo erg, dat hij mij soms om een paracetamol vraagt, iets wat hij bijna nooit doet. Dit vertel ik aan de leerplichtambtenaar. En wat er nu gebeurt, vind ik erger dan alle dreigementen bij elkaar. De leerplichtambtenaar zet haar brilletje nog een beetje strenger op haar neus en vraagt: “zoon slikt toch ook ADHD-medicatie? Is dat in combinatie met paracetamol niet een beetje veel?”
Een absurde vertoning, maar ik heb eerder met dit bijltje gehakt. Ooit was er een schoolarts die in het beleid van de behandelaar van mijn kinderen wilde roeren. Ook was er een mevrouw bij de buitenschoolse opvang die het nodig vond om op de stoel van de kinderarts te gaan zitten. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Eigenlijk dacht ik, of had ik gehoopt, dat ik dit station nu eindelijk was gepasseerd. Mijn kinderen zijn al jaren goed ingesteld en gaan als een speer. Maar nee, nu kan ik ook een leerplichtambtenaar toevoegen aan mijn lijstje met domme en onwetende mensen.
Na deze opmerking gaat het gesprek nog even door. Maar als de leerplichtambtenaar zegt dat ze zich zorgen maakt over zoon én dochter vind ik het welletjes. Mijn verlangen om deze leerplichtambtenaar hoogstpersoonlijk over het tafeltje te trekken wordt steeds groter. En als ik hier nog een minuut langer blijf zitten ga ik gegarandeerd hele rare dingen zeggen. Dus ik denk: wees verstandig, pak je spullen en ver(t)rek.
In de auto ontploft mijn hoofd bijna van alle onzin die ik aan heb moeten horen. Vijf minuten later ben ik thuis en heb ik naast mijn ADHD-medicatie dringend behoefte aan een tabletje tegen de hoofdpijn. Misschien een beetje veel van het goede, maar het helpt wel. En gelukkig is er een fijn vooruitzicht. Of we nu wel of geen school hebben gevonden voor zoon, zaterdag gaan we op vakantie. En ik neem niet alleen ADHD-pillen mee, maar ook een flinke voorraad paracetamol.