Het was een harde landing. Staatssecretaris Veldhuizen van Zanten vindt mij een slechte moeder. Mijn kinderen zijn eigenlijk heel gewoon en ik ben knettergek. Het etiketje ADHD hebben ze gekregen, omdat ik hier beter van kon worden. Ik wilde een rugzakje en een Persoonsgebonden Budget (PGB). En daarom heb ik mijn kinderen uit eigen belang aan de Ritalin gezet.
Als ik naar de kledingbeurs was gegaan in een knus buurtcentrum had ik met enkele gerichte opvoedtips de kou uit de lucht kunnen halen. Onder het genot van een kopje kruidenthee met een sesamkoekje had ik met andere moeders kunnen praten over eten en seks. Dan had ik eerder geweten dat ADHD helemaal geen hersenziekte is, dat de erfelijkheidsfactor onzin is en dat het hier alleen maar gaat om een doodgewoon opvoedprobleem.
Het etiketje heb ik gebruikt om mijzelf te verontschuldigen. Ik had de kracht in mijn gezin moeten zoeken en mijn kinderen hadden ook nog eens beter in de kleren gezeten. Twee vliegen in één klap. Ook had ik minder hoge eisen aan mijn kinderen moeten stellen, want ze mogen van mij alleen met hoge cijfers thuiskomen. Dan had ik eerder geweten dat mijn kinderen zielige, verwaarloosde slachtoffertjes zijn door toedoen van mijn slechte pedagogische kwaliteiten.
Ook had ik geweten dat het niets te maken heeft met de plannetjes van minister van Bijsterveldt die in het Passend Onderwijs alle kinderen samen in één klas wil zetten om ze allerlei toetsen te laten doen. En dat het ook niets te maken heeft met de indicatiecriteria van het PGB.
Volgens de Volkskrant onderschrijven zelfs deskundigen de kritiek van de staatssecretaris. Dit zijn dan weliswaar niet de deskundigen in mijn omgeving. Want de deskundigen die ik ken vinden dat ADHD wel bestaat. Zij vinden de berichtgeving nogal verbazingwekkend en onsamenhangend. Zij vinden dat we de beperkingen van mensen moeten accepteren en dat dit nu net is wat deskundigen doen door een diagnose te stellen. Zeggen dat er iets is, dat er beperkingen zijn en dat het niet komt door de omgeving.
Maar wacht eens even. Ook de staatssecretaris heeft een vreemde draai gemaakt. Na de televisie uitzending over De ADHD hype zijn er vragen gesteld door verschillende Kamerleden aan de staatssecretaris. Ze was toen van mening dat kinderen niet ten onrechte de diagnose ADHD krijgen en niet ten onrechte behandeld worden met pillen. Ze ging er toen vanuit dat de professionals die deze diagnose kunnen stellen bekend zijn met de beschikbare protocollen.
Dit wisselende gedrag verklaart misschien waarom ik altijd een beetje bang ben voor deze staatssecretaris. Ik vind deze mevrouw namelijk een beetje onberekenbaar. Helemaal nadat ik vorige week op televisie heb gezien hoe ze handtastelijk werd naar de voorzitter van het PGB debat. En ook de reactie hierna leek verdacht veel op een behoorlijke stemmingswisseling.
Het ligt dus niet aan mij. Kinderpsychiaters, kinderpsychologen en kinderartsen zijn dus wel prima in staat om onderscheid te kunnen maken tussen een overvraagd kind of een kind met een stoornis en we hoeven de professionaliteit van deze artsen dus helemaal niet in twijfel te trekken.
Een opgeheven vingertje van de staatssecretaris is dus niet nodig. En voor de staatssecretaris op het idee komt; quota stellen ook niet. Ze hoeft dus geen maximum te stellen aan het aantal diagnoses wat gegeven mag worden. En ze hoeft ook geen boetes te heffen als dit maximum wordt overschreden.
Door een suggestieve foto in de krant te plaatsen van een meisje die ADHD zou hebben, alsof je dat aan de foto kunt zien, in een luxe omgeving, wordt de suggestie gewekt dat het allemaal de schuld van ouders is, die hun kind willen laten presteren. Maar de kwetsende borrelpraat van de staatssecretaris is een ordinaire verdwijntruc van disfunctionerende kinderen en een idiote redenering door grove onwetendheid.
Want niets is makkelijker dan ongenuanceerd bezuinigen, zonder verder te kijken dan je neus lang is. Alsof deze kinderen opeens geen problemen meer hebben als we ze geen label geven. De pijn die gaat ontstaan door dit wanbeleid zal enorm zijn.
Het is natuurlijk pas echt goed politiek bedrijven als de staatssecretaris bereid is om na twee moties van afkeuring haar conclusies te trekken. Ze voelt zich zelf dan weliswaar geenszins beschadigd, er zijn veel mensen die hier heel anders over denken. Ze zou het, als ze de Bijbel wil volgen, ook niet moeten kunnen aanzien dat er zoveel onbenut talent, wat ons gegeven is, verloren gaat.
Maar als ze haar baantje toch persé wil houden zal deze mevrouw haar hokjesgeest, haar ongenuanceerde wereldbeschouwing, moeten laten varen. Ze zal moeten inzien dat het probleem niet de medicalisering is, maar het niet kunnen en niet willen accepteren dat mensen anders kunnen zijn. Dan zou ze weten waarom God de medicatie heeft geschapen. Dat het in de meeste gevallen een eerste vereiste is om de kracht van het individu én van het gezin überhaupt te kunnen aanspreken en te kunnen gebruiken.
Het etiketje mens moet dus ook nog op het hoofd van mevrouw de staatssecretaris worden geplakt. Daarom is een deskundige uit mijn netwerkje bereid om de staatssecretaris een stageplaats aan te bieden. En ook ik ben de beroerdste niet, want stiekem gun ik deze dame namelijk ondertussen zelf een kind met een label. Ik nodig de staatssecretaris daarom uit om een dagje mee te komen draaien in mijn gezin. Dan ben ik benieuwd hoelang het duurt voordat ze zelf heel hard naar de antihoofdpijn pilletjes rent.
En ondertussen heb ik mijn abonnement op de Volkskrant opgezegd. Want voor tendentieuze berichtgeving wil ik niet langer betalen.