‘Je zult maar in #Coevorden wonen, brrr!’, twitterde ik een paar dagen geleden naar aanleiding van berichten in de media. Uit onderzoek van de Volkskrant en King, het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten, blijkt dat de overheveling van de zorg, dus ook van de JGGZ, van het rijk naar de gemeenten, op 1 januari 2015, de gemeente Coevorden het zwaarst treft. Dit omdat Coevorden het hoogst scoort op de combinatie vergrijzing, schuld en overdragen van zorgtaken.
Het verbaast me overigens niet eens, al hoor ik op de radio een optimistisch ingestelde burgemeester die zegt dat het qua inhoud eigenlijk allemaal wel goed zit. Het struikelblok is volgens hem het geld. Of beter: het gebrek aan geld. Hierin heeft hij gelijk. De gemeente Coevorden moet zes miljoen euro bezuinigen en zal het financieel alleen maar zwaarder krijgen. Dat is geen verrassing en het zal de zorg geen goed doen. Echter: het probleem is ongelofelijk veel complexer dan alleen het gebrek aan geld.
‘We leven hier honderd jaar terug in de tijd, minstens’, zeg ik vaak tegen mijn vriendinnen en collega’s. Hiermee doel ik op de kwaliteit van het (passend) onderwijs en de (geestelijke) gezondheidszorg. Over ADHD is hier bijvoorbeeld weinig bekend. Zo kwam ik voor mijn werk eens op een basisschool bij een directeur die met droge ogen zei: “bij ons op school hebben leerlingen geen ADHD”. “O nee?”, vroeg ik hem. De directeur kuchte drie keer en zei: “ze gebruiken bij ons op school in ieder geval geen Ritalin”. Of die keer dat ik met een collega van de GGZ in gesprek wilde gaan over de medicatie van een cliënt die verkeerd was ingesteld en hier zienderogen last van had. In plaats van een gesprek kreeg ik een boze preek. Waar ik het lef vandaan haalde om als niet-medicus over medicijnen te praten.
‘Als je wilt dat er écht iets verandert moet je met politici de dialoog aangaan’, heb ik een tijdje gedacht. Maar mijn eerste kennismaking met de Coevordense politiek was helaas niet bepaald positief. Met een wethouder sprak ik over de onveilige verkeerssituatie bij de school van mijn kinderen. Al snel bleek deze wethouder een grote fan van het principe ‘eigen kracht’ en ik hoorde zijn verhaal met stijgende verbazing aan. “Ouders moeten gewoon hun kinderen beter opvoeden. Ze moeten kinderen zelf verantwoordelijk maken om uit te kijken op straat en ze leren om op een knopje bij het verkeerslicht te drukken.” “Speelt de gemeente hierin dan geen enkele rol?”, sputterde ik nog. Het antwoord was duidelijk: “nee, geen enkele.”
Praten heeft op deze manier natuurlijk weinig zin. Sterker nog: mijn zorgen zijn alleen maar groter geworden. Want deze gemeente, de gemeente die zich niet bekommert om de veiligheid van (mijn) kinderen, de gemeente waar het op het gebied van het (passend) onderwijs en de (geestelijke) gezondheidszorg nu al rammelt aan alle kanten, de gemeente waar ADHD en andere psychiatrische problemen niet als dusdanig worden erkend, ja, deze gemeente moet vanaf 1 januari 2015 de zorg op gemeentelijk niveau gaan organiseren. Daarom mensen, zeg ik het nog één keer: dit krijgen Coevorden en heel veel andere gemeenten van zijn-lang-zal-ze-leven niet voor elkaar. Never nooit niet. Al krijgen ze geld toe!