Als kind zat ik bijna wekelijks op de polikliniek om iets te laten hechten, omdat ik van de fiets was gevallen of door een raam was gelopen. Tijdens de handwerkles zat ik meestal voor straf bij de directeur, omdat ik het vertikte om te breien, te haken of te punniken. Dat was geen onwil van mij,
ik kon het gewoon niet.
De gymlessen waren voor mij een verschrikking. De ballen vlogen aan alle kanten langs mij heen, omdat ik ze niet kon vangen. Bij die afschuwelijke kiesspelletjes kozen ze mij nooit, omdat er aan mij geen eer te behalen was.
Ik leerde met pijn en moeite fietsen, liet altijd alles vallen en mijn schriften stonden vol met;
Suzan, kan beter en Suzan, netter werken.
Eigenlijk ben ik nog steeds onhandig. Ik kan namelijk nog steeds geen draad door de naald krijgen.
Ik ben in mijn hoofd hartstikke creatief, maar ik kan geen kwast vasthouden, zonder alle verf over
me heen te krijgen. Het leren autorijden was ook een lang project, omdat ik moeite had om meerdere dingen tegelijk te doen.
Een vertraagde motorische ontwikkeling (DCD) is iets wat vaak voorkomt naast ADHD.
Deze kinderen zijn meestal later met kruipen, zitten en lopen. De fijne en grove motoriek ontwikkelen zich niet optimaal in verhouding tot leeftijdsgenootjes.
Bij mijn kinderen zie ik deze motorische onhandigheid ook terug. Zoon beweegt zich houterig en is niet in staat om leesbaar te schrijven. Hij is tien, maar kan nog steeds geen veters strikken en hij heeft nog steeds geen zwemdiploma. De gymnastieklessen vindt hij verschrikkelijk.
De kiesspelletjes, die wat mij betreft verboden mogen worden, worden nog steeds gebruikt.
We zijn tijden met zoon naar sensomotorische integratietherapie geweest om hem beter te leren hinkelen, ballen te leren vangen, netter te leren schrijven en om hem beter een schaar leren vast
te houden, totdat het maximaal haalbare bereikt was.
Dochterlief is motorisch ook onhandig. Ze wordt in augustus zeven en kan pas sinds een half jaar fietsen. Ze is een gevaar op de weg voor zichzelf en voor anderen.
Ze ziet van alles, behalve wat ze moet zien. Leuke boom, leuk huis, leuke…….lantaarnpaal.
Een jaar geleden heeft ze haar zwemdiploma gehaald, maar ze kan ook nog steeds geen veters strikken en links van rechts onderscheiden. Ze kan niet met mes en vork eten en ze laat alles vallen, inclusief zichzelf.
Een paar dagen geleden is ze van boven naar beneden van de trap gevallen, wat ze zelf overigens op een attractie vond lijken, maar dan leuker en groter.
De medicatie helpt mij en mijn kinderen wel om de randjes er af te halen. Verder werkt zoon op school voornamelijk op de computer en wordt het werk uitvergroot, zodat hij meer overzicht heeft. Dochter schrijft met een Stabilo-pen en is gebaat bij veel herhaling.
Ik ben benieuwd of het later beter zal gaan met de motoriek van mijn kinderen. Vaak nemen de verschijnselen op latere leeftijd af. Als ik naar mijzelf kijk ben ik er niet overheen gegroeid, maar kan ik er wel beter mee omgaan, door me te focussen op die dingen waar ik en mijn kinderen wel goed in zijn.