Iedereen heeft er wel eens last van: hartkloppingen, zweten, misselijkheid, of het gevoel dat je ieder moment zou kunnen stikken of in zou kunnen storten. Het is een normale reactie op een abnormale situatie. En hoewel deze symptomen, op zijn zachtst gezegd, niet zo lekker voelen, zijn ze wel ontzettend nuttig om jezelf tegen gevaar te beschermen.
Angst op zich is dus geen probleem. Het wordt pas een probleem als je ook grote angst ervaart zonder dat hiervoor eigenlijk een echte aanleiding is, de angst onnodig lang blijft en dit je last bezorgt in het dagelijkse leven. Er is dan sprake van een angststoornis.
Zelf ben ik bang voor de tandarts. Ongezond bang. Tijdens een tandartsafspraak zou ik het liefste onder een steen willen kruipen. De geplande tandartsafspraken zeg ik dus ook daadwerkelijk met regelmaat af. Hier schaam ik me voor. Maar als ik uiteindelijk al mijn moed bij elkaar heb geraapt en ik met een trillend, bevend en zwetend lijf in de stoel lig vind ik mijzelf eigenlijk ook wel weer ontzettend dapper en stoer. Nu de tandarts nog. In plaats van mij een complimentje te geven voor mijn doorzettingsvermogen is hij namelijk altijd alleen maar boos op me, omdat hij het niet netjes vindt dat ik mijn afspraken afzeg. Het gevolg: nog meer angst.
Zoon is bang voor wespen. Net zo ongezond bang als ik dat ben voor de tandarts. Het is alleen nog een stukje vervelender dan mijn tandartsangst. Naar de tandarts hoef je maar twee keer per jaar, maar het zoemende gespuis is de hele zomer aanwezig. En als er ook maar iets voorbij komt vliegen wat enigszins op een wesp lijkt slaat bij zoon de paniek toe, gaat hij gillen én op de vlucht. En omdat deze acties over het algemeen niet bepaald zachtzinnig gebeuren is er in de zomer bij ons al heel veel servies gesneuveld. Een ander bijkomstigheidje is: de boze blikken van de buren.
Over de oorzaak van angststoornissen is weinig bekend. We weten wel dat erfelijkheid een rol speelt. Ook beïnvloeden neurotransmitters, stoffen die bij iedereen in het zenuwstelsel aanwezig zijn, de gevoeligheid voor angst of paniek. En verder lijkt de manier waarop iemand met angst omgaat ook voor een deel te zijn aangeleerd.
Angststoornissen zijn er in vele soorten en maten. Zo is er de sociale fobie, waarbij je bang bent om kritisch te worden beoordeeld en om afgewezen te worden. Dan is er de paniekstoornis. Hierbij heb je last van een plotselinge hevige schrik. Tijdens een paniekaanval reageert het lichaam heftig en je kunt bang zijn dat je doodgaat of gek wordt. Omdat mensen met een paniekstoornis bang zijn voor een nieuwe paniekaanval, kunnen ze bepaalde situaties gaan vermijden, waardoor er uiteindelijk straatvrees kan ontstaan. Het voortdurend in de vertrouwde en bekende omgeving blijven kan leiden tot een ernstig sociaal isolement.
Ook een enkelvoudige fobie is een angststoornis. Het betreft een aanhoudende angst voor een dier, een voorwerp of situatie. Een fobie kan het leven behoorlijk vergallen, omdat het lichaam door walging of angst hevig zal protesteren. Verder kennen we de posttraumatische stressstoornis en ziektevrees. Maar ook de gegeneraliseerde angststoornis is een variant. Bij deze piekerstoornis maakt iemand zich voortdurend (irrationele) zorgen en voelt zich hierdoor rusteloos, nerveus en opgejaagd. Ook is er de dwangstoornis. Hiervan is sprake als je leven wordt verstoord door dwanggedachten of dwanghandelingen.
ADHD staat meestal niet op zichzelf en gaat vaak gepaard met andere problemen, zoals motorische stoornissen en tics. Maar ook een angststoornis is een veel voorkomende comorbiditeit, die bij meer dan 30 procent van de kinderen met ADHD voorkomt. Ook heeft 75 procent van de volwassenen met ADHD last van een bijkomende stoornis. Dit zijn cijfers die we serieus moeten nemen.
Mijn tandartsfobie en zoons wespenfobie zijn lastig, maar niet onoverkomelijk. Maar als angst je leven gaat beheersen is het verstandig om hulp te zoeken. Angststoornissen zijn namelijk in veel gevallen heel succesvol te behandelen.