Skip to main content

‘We plakken te snel een etiket op kinderen die zich anders gedragen’, kopt Het Parool. Psychiater David Con stelt dat ouders hun kind snel labelen met ADHD of autisme als het zich anders gedraagt. We beroepen ons te veel op de wetenschap en te weinig op onze taal.

Even een korte samenvatting. Ouders die met hun handen in het haar zitten, omdat hun kind niet mee kan komen, moeten niet te snel suggereren dat hun hyperactieve kind ADHD heeft. En ze moeten het zeker niet zeggen. Want als we het benoemen, is het ook zo en de psychiater gaat hier zo in mee. Dan sta je binnen een paar minuten weer buiten met een recept, terwijl je kind niet druk is, maar gewoon een beetje enthousiast.

De strekking van het artikel is dus als volgt: als kinderen niet een paar uur stil kunnen zitten, mogen we niet zeggen dat ze druk zijn. Of erger: dat ze ADHD hebben. We moeten ons bewust zijn van wat onze woorden met ze doen. Taal is belangrijk. Door het gedrag van een kind als een afwijking te zien, maken we er onterecht een hersenstoornis van.

Goed. Tot zover. Wat ik mis in dit artikel is een beetje diepgang. De focus ligt op het labelen van druk gedrag. Maar ADHD omvat zoveel meer. Ouders staan niet te bedelen om een diagnose. En ook zeker niet om medicijnen. Het lijkt nu of ouders met gemak een afspraak maken bij de psychiater om hun kind te labelen. En dat ze er het liefst ook snel pilletjes voor krijgen. Maar dat is onzin. Het tegenovergestelde is eerder het geval.

Toen wij jaren geleden op zoek waren naar een verklaring voor het gedrag van zoon kwam het helemaal niet in ons op om het ADHD te noemen. Maar de signalen werden steeds hardnekkiger en duidelijker. Het ging hier helemaal niet alleen om druk gedrag, maar ook om bijvoorbeeld de motorische problemen. Hij kon gewoon niet op een normale manier mee draaien. Dit was niet goed voor zijn eigenwaarde en voor zijn zelfbeeld. Het was verdrietig om te zien.

Natuurlijk hadden we kunnen zeggen dat het allemaal buiten hem zelf lag. Dat iedereen zich maar moest aanpassen aan hem. We hadden zijn gedrag ‘leergierig’ en ‘enthousiast’ kunnen noemen en we hadden hem lekker aan kunnen laten modderen. We hadden weg kunnen blijven kijken en we hadden de medische wereld links kunnen laten liggen. Maar ik weet zeker dat we hem hier geen plezier mee zouden hebben gedaan.

Om even bij het artikel te blijven: ik geloof dat taal een belangrijke rol speelt. Daarom hebben we bij zoon ook altijd benadrukt dat het goed is hoe hij is. Dat hij er toe doet. Met of zonder ADHD. Zolang hij maar gelukkig is. En als de psychiater van het artikel het ook zo belangrijk vindt hoe we de dingen zeggen, heb ik nog een gratis tip. Noem ADHD geen label of een etiket. Het is een diagnose. Heel simpel. Ook dat is taal.

Suzan Otten-Pablos

Suzan Otten-Pablos

Columnist ADHD Netwerk: in de periode van 2010 tot 2021 heeft Suzan Otten-Pablos elke 2 weken een column op de website van ADHDnetwerk.nl. gepubliceerd. Suzan is maatschappelijk werker, ADD/ADHD coach en ervaringsdeskundige. Zij is zelf een moeder met stuiterkwaliteiten en heeft twee kinderen met ADHD. In de maandelijkse columns zal zij haar persoonlijke ervaringen en meningen beschrijven. Zij is daarbij ingegaan op de actualiteit. De columns geven haar persoonlijke mening weer en deze valt niet onder verantwoordelijkheid van het ADHD Netwerk bestuur. In 2021 heeft zij besloten haar werkzaamheden voor ons af te ronden. Wij zijn Suzan zeer erkentelijk voor haar grote inzet in deze jaren en wensen haar succes met de voortzetting van haar werk elders.