Tijdens de derde sessie van de psycho-educatiegroep ADHD vraagt een patiënt aan de andere, “maar hoe vind je nou de energie en de moed om door te gaan, als je er iedere keer weer tegen al die problemen aanloopt”. Het antwoord laat de andere deelnemers opkijken; “Ik ben altijd hard voor mezelf. Als je bij mij een pink afsnijdt dan vind ik dit een paar dagen ongemakkelijk en daarna voel ik het niet meer. Dan kan ik weer gewoon door”. Kan dat, kun je zo hard voor jezelf vragen sommigen in de groep zich af?
Ik kijk rond en zie de werkende moeder die verwezen is vanwege aanhoudende stemmingsklachten en onrust in haar hoofd. Het lukt haar allemaal, het huis is picobello in orde, de kinderen zijn altijd goed verzorgd, er wordt elke dag verantwoorde voeding gegeten en ze is lees- en overblijfmoeder. Het heeft even geduurd voor ze doordrongen was van het belang van deelname aan de groep. Want tijd en ruimte maken voor jezelf is lastig.
Ik zie de student met het verslavingsverleden. Steeds weer stopt hij met de medicatie voor de ADHD. Hij reageert er goed op, heeft vrijwel geen bijwerkingen. Alleen, met medicatie voelt toch aan als valsspelen en het maakt je afhankelijk. “Als je weet wat er aan de hand is kun je je leven anders organiseren. En als je dan gewoon hard werkt gaat het deze keer wel lukken”.
Dan kijk ik naar de verpleegkundige, ze is na twee keer burn-out afgekeurd. Ze voelt zich zo schuldig want, nu werkt ze niet meer heeft ze alle tijd en toch blijft het lastig om alle ballen in de lucht te houden. Je begrijpt dat voor haar man en twee kinderen de laatste beide met met ADHD, alles uitstekend geregeld is.
De verpleegkundige geeft het antwoord; “ja, ik denk het wel. En nu ik erover nadenk zie ik dat ik ook zo hard ben voor mezelf. Toen ze tijdens de intake aan mij vroegen, ‘hoe moe ben je?’. Ik realiseerde me dat ik dat eigenlijk niet wist. En ik durf het eigenlijk ook niet op te zoeken, bang dat ik dan helemaal instort.
Als behandelaar van volwassenen met ADHD, werkzaam in de specialistische GGZ, zien we veel mensen bij wie pas op latere leeftijd de diagnose ADHD gesteld wordt. Een behoorlijk deel van de naar ons verwezen patiënten heeft meerdere keren burn-out of depressieve periodes achter de rug. Deze groep patiënten is uitgeput. Jarenlang zijn ze, vanuit een chronisch gevoel te kort te schieten steeds harder gaan werken, nog beter hun best gaan doen en als het dan nog niet lukte deden ze er gewoon nog een schepje bovenop. Het verwondert me vaak hoe goed ze de meeste dingen nog geregeld krijgen. Ze staan niet stil bij de prijs die ze betalen, dat is niet belangrijk, zij zijn niet belangrijk. En dan gaat iets mis en stort het kaartenhuis in. Met verwondering vragen ze zichzelf af; “ik heb het altijd gekund, hoe kan het dat het nu niet meer lukt?”
En dan leg ik het weer uit. De auto, met die enorme reservetank. Met een klein foutje want de reservetank heeft een verkeerde terugslagklep, er kan alleen maar benzine uit. Gelukkig is die reservetank heel groot dus gaat hij lekker lang mee. Elke dag kun je net wat meer kilometers rijden dan de normale tank toelaat. Je snoept gewoon wat uit de reservetank. Maar net die dag dat je het zo hard nodig hebt is die reservetank leeg.
Als ze goed reageren op de medicatie is de opluchting en het ongeduld groot. Vooruit willen ze, nu moet het lukken om alles wel, graag perfect, geregeld te krijgen. Maar helaas, na een paar weken voelen ze zich toch ineens weer moe. Misschien de dosis wat verhogen? Of is het toch niet zo’n wondermiddel en kun je beter stoppen?
Wat vaak vergeten wordt, is het prijskaartje dat hangt aan jarenlang roofbouw op jezelf plegen. Je brein en lijf hebben tijd nodig om te herstellen. Dus, vergeet in de behandeling van volwassenen met ADHD niet de tijd die nodig is voor herstel.
En hiermee kom ik bij de vraag die me een tijd geleden gesteld werd, of je, als je voor je ADHD onder behandeling bent, patiënt bent. Cliënt lijkt de voorkeur te hebben, dat klinkt blijkbaar beter. Cliënt heeft niet mijn voorkeur. Het roept bij mij de associatie op met het woord klant. En ergens klant worden is voor mijn gevoel iets waar je voor kunt kiezen.
Ik ben daarom gaan kijken naar de etymologie van deze woorden. Patiënt komt van het Latijnse patientia, dat lijden, dulden, volharding of geduld betekent. Cliënt was aanvankelijk een politieke en juridische term die pas later in de zakelijke betekenis van klant gebruikt werd. Vanaf de 19e eeuw kan cliënt gebruikt worden voor de patiënten van een arts. In het laatste decennium van de 20e eeuw wordt het woord patiënt steeds vaker, bij wijze van eufemisme, verdrongen door het woord cliënt.
Als ervaringsprofessional weet ik als geen ander dat je, als je ADHD hebt, niet je hele leven patiënt bent. Maar, als je na jaren worstelen vastloopt en er dan, volledig uitgeput, achter komt dat je ADHD hebt, dan heb je tijd voor herstel nodig. En daar heb je geduld voor nodig. Tot je hersteld bent, je balans gevonden hebt. Hier past geen eufemisme, patiënt is hier op zijn plaats omdat het recht doet aan de aard en ernst van wat er op dat moment aan de hand is.